Laat altijd weten dat je een referentiecheck doet
Sollicitanten zijn niet altijd even enthousiast als je aangeeft dat je een referent wil spreken. Het is ook geen standaardprocedure, sommige werkgevers maken er geen gebruik van. Als je dat wel doet, kun je dat bijvoorbeeld al in de vacature vermelden. Dat zie je wel vaker, een zinnetje als: ‘Een referentiecheck is bij ons onderdeel van de sollicitatieprocedure’. Dat heeft twee voordelen: de kandidaat weet dat haar of zijn referenties gecheckt worden en kan nadenken wie een geschikte referent zou kunnen zijn.
De kans dat dat haar of zijn huidige werkgever is, is nihil. Meestal willen kandidaten immers niet dat hun huidige werkgever weet dat ze op zoek zijn naar een nieuwe baan. Daardoor zul je het vaker moeten doen met referenten van langer geleden, waardoor het beeld dat je tijdens de referentiecheck krijgt misschien niet helemaal up-to-date is. Hoe dan ook, leg de kandidaat de procedure uit en vertel dat het gebruikelijk is dat je een referent belt.
Welke vragen stel je bij een referentiecheck?
Tijdens de referentiecheck kun je meerdere vragen stellen. Daarbij kun je denken aan vragen als:
- Hoe was het om met de kandidaat samen te werken?
- Wat waren de sterke, en wat de zwakke punten van de kandidaat?
- Hoe zou je de werkhouding van de kandidaat omschrijven?
- Wat was in jouw ogen de grootste prestatie van de kandidaat in de periode dat zij of hij bij jullie werkte?
- Hoe werkte zij of hij samen met andere collega’s? Hoe lag de kandidaat in de groep?
- Hoe ging zij of hij om met uitdagende situaties?
- Zou je haar of hem opnieuw aannemen?
Vraag goed door, maar niet over alles
Probeer vooral goed door te vragen en hier en daar in te gaan op het waarom en hoe. Let op: net als bij sollicitatiegesprekken zijn onderwerpen als religie, ziekteverzuim, seksuele voorkeur en bijvoorbeeld of iemand al dan niet een kinderwens heeft uit den boze.
Lees ook: Een sollicitant afwijzen, zo doe je dat